onzeker: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7: Regel 7:
{{-etym-}}
{{-etym-}}
*Afgeleid van [[zeker]] {{pref|nld|on-}}
*Afgeleid van [[zeker]] {{pref|nld|on-}}
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|[[{{pn}}der]]|[[{{pn}}dere]]|[[{{pn}}st]]|[[{{pn}}ste]]|partcomp=[[{{pn}}ders]]}}
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|[[{{pn}}der]]|[[{{pn}}dere]]|[[{{pn}}st]]|[[{{pn}}ste]]|part=[[onzekers]]|partcomp=[[{{pn}}ders]]}}
{{-adjc-|nld}}
{{-adjc-|nld}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''

Versie van 17 feb 2017 20:59

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ze·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van zeker met het voorvoegsel on-
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onzeker onzekerder onzekerst
verbogen onzekere onzekerdere onzekerste
partitief onzekers onzekerders -

Bijvoeglijk naamwoord

onzeker

  1. waarvan de afloop niet vaststaat
    • Door de acties van de Europese Centrale Bank is de financiële wereld een stuk minder onzeker geworden.