werkplek: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DifoolBot (overleg | bijdragen)
k audio nld, IPA nld
→‎top: prevalentie-informatie met AWB
Regel 29: Regel 29:
{{trans-bottom}}
{{trans-bottom}}
-->
-->
{{-preval-}}
{{wel-GB}}
{{crr13|N=100|V=99}}
{{-info-}}
{{-info-}}



Versie van 19 jan 2017 11:56

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·plek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkplek werkplekken
verkleinwoord werkplekje werkplekjes

Zelfstandig naamwoord

werkplek v/m

  1. de plaats waar iemand zijn beroep uitoefend, werkvloer
    • In het moderne kantoor zijn er geen vaste werkplekken meer. 
  2. de baan, de arbeidsplaats
    • In dit bedrijf zijn 100 werkplekken gerealiseerd. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be