purper: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16: Regel 16:
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
#{{kleur|nld}} de kleur {{pn}} hebbend
#{{kleur|nld}} de kleur {{pn}} hebbend
{{bijv-1|Hij rijdt in een '''purpere''' auto.}}
{{bijv-1|Hij rijdt in een '''purper''' gekleurde auto.}}
{{-syn-}}
{{-syn-}}
* [[paars]]
* [[paars]]

Versie van 7 nov 2016 12:31

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pur·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord purper purpers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

purper o [2]

  1. (kleur) een paarsige kleur
    • Heeft u die ook in het purper? 
stellend
onverbogen purper
verbogen (alleen
predicaat)

Bijvoeglijk naamwoord

purper

  1. (kleur) de kleur purper hebbend
    • Hij rijdt in een purper gekleurde auto. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
purperen

purper

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van purperen
    • Ik purper. 
  2. gebiedende wijs van purperen
    • Purper! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van purperen
    • Purper je?