Afrikaans: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
UT-interwiki-Bot (overleg | bijdragen)
k Robot: toegevoegd: dv:Afrikaans
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 87: Regel 87:
{{trans-bottom}}
{{trans-bottom}}
{{-info-|books=1}}
{{-info-|books=1}}
{{adjcomp|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|nocomp=1}}
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|[[{{pn}}er]]|[[{{pn}}ere]]|[[{{pn}}t]]|[[{{pn}}te]]|part=[[{{pn}}]]|partcomp=[[{{pn}}ers]]}}

{{-adjc-|nld}}
{{-adjc-|nld}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''

Versie van 6 nov 2016 14:52

Nederlands

ISO 639-3
afr
bestand
Uitspraak
Woordafbreking
  • Afri·kaans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Afrikaans -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

Afrikaans o

  1. (taal) een van het Nederlands afstammende taal die wordt gesproken in Zuid-Afrika en Namibië
    • Hij spreekt Afrikaans. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Meer informatie

stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Afrikaans Afrikaanser Afrikaanst
verbogen Afrikaanse Afrikaansere Afrikaanste
partitief Afrikaans Afrikaansers -

Bijvoeglijk naamwoord

Afrikaans

  1. (demoniem) komende van of betreffende het continent Afrika
Verwante begrippen
Vertalingen


Afrikaans

Uitspraak
  • IPA: /ɑfriˈkɑːns/ of /ɑfriˈkɑ̃ːs/

Zelfstandig naamwoord

Afrikaans

  1. (taal) Afrikaans

Bijvoeglijk naamwoord

Afrikaans

  1. (demoniem) Afrikaans


Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Afri·kaans

Zelfstandig naamwoord

Afrikaans o

  1. (taal) Afrikaans.
    «Er spricht Afrikaans
    Hij spreekt Afrikaans.
Verbuiging
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Afkorting
  • (ISO 639-1) af, (ISO 639-2) afr
Hyperoniemen
Opmerkingen
  • Het bepaald lidwoord wordt zeer zelden gebruikt.


Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˌæfrɪˈkɑns/
enkelvoud meervoud
Afrikaans -

Zelfstandig naamwoord

Afrikaans

  1. (taal) Afrikaans.


Roemeens

Zelfstandig naamwoord

Afrikaans

  1. (taal) Afrikaans.