zeker: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DifoolBot (overleg | bijdragen)
k audio nld, IPA nld, IPA nld, IPA nld
DifoolBot (overleg | bijdragen)
k +link:zekerste
Regel 10: Regel 10:
{{-etym-}}
{{-etym-}}
* {{ebank}}
* {{ebank}}
{{adjcomp|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|[[{{pn}}der]]|{{pn}}dere|[[{{pn}}st]]|{{pn}}ste}}
{{adjcomp|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|[[{{pn}}der]]|{{pn}}dere|[[{{pn}}st]]|[[{{pn}}ste]]}}
{{-adjc-|nld}}
{{-adjc-|nld}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''

Versie van 9 mrt 2016 23:46

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ker
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zeker zekerder zekerst
verbogen zekere zekerdere zekerste

Bijvoeglijk naamwoord

zeker

  1. waaraan niet getwijfeld hoeft te worden
    • Het voortbestaan ervan werd door deze overwinning een stuk zekerder. 
  2. een ~ een bepaalde, een of andere
    • Hij werd door een zekere ziekte daarvan weerhouden. 
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
zekeren

zeker

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zekeren
    • Ik zeker. 
  2. gebiedende wijs van zekeren
    • Zeker! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zekeren
    • Zeker je? 

Verwijzingen