stortte: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
DifoolBot (overleg | bijdragen)
k audio nld
Regel 1: Regel 1:
{{=nld=}}
{{=nld=}}
{{-pron-}}
{{-pron-}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}}
{{-syll-}}
{{-syll-}}
*stort·te
*stort·te

Versie van 4 mrt 2016 11:18

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stort·te

Werkwoord

vervoeging van
storten

stortte

  1. enkelvoud verleden tijd van storten
    • Ik stortte. 
    • Jij stortte. 
    • Hij, zij, het stortte.