schokken: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
DifoolBot (overleg | bijdragen)
k audio nld, IPA nld
Regel 1: Regel 1:
{{=nld=}}
{{=nld=}}
{{-pron-}}
{{-pron-}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}}
<!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/}}-->
<!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}-->
{{-syll-}}
{{-syll-}}
*schok·ken
*schok·ken

Versie van 3 mrt 2016 01:25

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schok·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

schokken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schokken
schokte
geschokt
zwak -t volledig
  1. heftig bewegen
    • De auto schokte hevig op weg met gaten. 
  2. heftig emotioneel geraakt worden
    • Het nieuws over de vermoorde president schokte iedereen. 


Zelfstandig naamwoord

de schokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schok