schreeuw: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
+file |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[File:Hard-schreeuw wedstrijd-33056.ogv|thumb|Op de markt in [[:w:'s-Hertogenbosch|'s-Hertogenbosch]] kon publiek meedoen aan wedstrijden hard-schreeuwen en klompen-stampen (1 januari 1980)]] |
|||
{{=nld=}} |
{{=nld=}} |
||
{{-pron-}} |
{{-pron-}} |
Versie van 2 mrt 2016 07:38
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schreeuw (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /sχrɪːw/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /sxrew/
Woordafbreking
- schreeuw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schreeuw | schreeuwen |
verkleinwoord | schreeuwtje | schreeuwtjes |
Zelfstandig naamwoord
schreeuw m
- een luide (uit)roep, vaak geassocieerd met angst, pijn, schrik of woede
- Hij gaf een schreeuw van pijn toen hij door de vallende steen geraakt werd.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- geschreeuw, schreeuwarend, schreeuwbek, schreeuwen, schreeuwer, schreeuwerd, schreeuwerig, schreeuwlelijk, schreeuwvogel
Vertalingen
1. een luide (uit)roep
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schreeuwen |
schreeuw
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schreeuwen
- Ik schreeuw.
- gebiedende wijs van schreeuwen
- Schreeuw!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schreeuwen
- Schreeuw je?
Verwijzingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.