verheugen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
k Nederlands uit vertalingen |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
{{-etym-}} |
{{-etym-}} |
||
:afgeleid van [[heugen]] {{suff|ver-}} |
:afgeleid van [[heugen]] {{suff|ver-}} |
||
⚫ | |||
{{-verb-}} |
{{-verb-}} |
||
⚫ | |||
'''verheugen''' |
'''verheugen''' |
||
# ''zich ~'': blijdschap ervaren |
# ''zich ~'': blijdschap ervaren |
Versie van 10 apr 2008 18:32
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zich verheugen |
verheugde zich |
zich verheugd |
zwak -d | volledig |
verheugen
- zich ~: blijdschap ervaren
- Hij verheugde zich enorm toen zij onverwachts belde.
- zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets, zich bij voorbaat verheugen.
- Hij verheugde zich op haar aangekondigde bezoek.
Vertalingen
1.
2. bij voorbaat