bijkomen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 14: Regel 14:
#{{erga|nld}} ''er, daar ~'': in getal of hoeveelheid toenemen
#{{erga|nld}} ''er, daar ~'': in getal of hoeveelheid toenemen
{{bijv-1|Er is weer twee procent '''bijgekomen'''''.}}
{{bijv-1|Er is weer twee procent '''bijgekomen'''''.}}
#{{erga|nl}}rusten na hard werken of sporten
#{{erga|nld}}rusten na hard werken of sporten
{{bijv-1|Hij moest wel een week '''{{pn}}''' na het rennen van de [[marathon]].}}
{{bijv-1|Hij moest wel een week '''{{pn}}''' na het rennen van de [[marathon]].}}
{{-ant-}}
{{-ant-}}

Versie van 21 jan 2016 07:03

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijkomen
kwam bij
bijgekomen
klasse 4 volledig

Werkwoord

bijkomen

  1. ergatief het bewustzijn herkrijgen
    • De patiënt kwam weer bij toen de narcose uitgewerkt raakte. 
  2. ergatief er, daar ~: in getal of hoeveelheid toenemen
    • Er is weer twee procent bijgekomen. 
  3. ergatiefrusten na hard werken of sporten
    • Hij moest wel een week bijkomen na het rennen van de marathon. 
Antoniemen
Vertalingen