klemzetten: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 14: | Regel 14: | ||
{{-drv-}} |
{{-drv-}} |
||
*[[klemzetting]] |
*[[klemzetting]] |
||
{{-verb-|0}} |
|||
{{ovt-mv-bijz|klemzetten}} |
Versie van 21 okt 2015 08:28
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klemzetten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- klem·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
klemzetten |
zette klem |
klemgezet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
klemzetten
- (ook (figuurlijk)) iemand dusdanig benaderen dat hij geen kant meer op kan
- (verkeer) met een wielklem bereiken dat een voertuig onbeweeglijk wordt
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
klemzetten |
klemzetten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van klemzetten
- ...dat wij klemzetten.
- ...dat jullie klemzetten.
- ...dat zij klemzetten.
- ...dat wij klemzetten.