bek: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DifoolBot (overleg | bijdragen)
k +link:bekken
JAnDbot (overleg | bijdragen)
k Robot: toegevoegd: ru:bek
Regel 109: Regel 109:
[[mg:bek]]
[[mg:bek]]
[[pl:bek]]
[[pl:bek]]
[[ru:bek]]
[[sh:bek]]
[[sh:bek]]
[[sm:bek]]
[[sm:bek]]

Versie van 26 mrt 2015 22:35

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bek
enkelvoud meervoud
naamwoord bek bekken
verkleinwoord bekje bekjes

Zelfstandig naamwoord

bek m

  1. (anatomie) snavel van vogels
  2. (anatomie) mond van dieren
  3. (dysfemisme) mond van een mens
  4. iets dat qua vorm of beweging overeenkomst vertoont met een bek
Spreekwoorden
  • op je bek gaan
hard en pijnlijk vallen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
bekken

bek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekken
    • Ik bek. 
  2. gebiedende wijs van bekken
    • Bek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekken
    • Bek je? 


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • bek
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord bik, dat uit het Nederduits komt, dat weer van het Latijnse zelfstandige naamwoord pix
Naar frequentie 47877
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bek     beket     bek     beka
bekene  
genitief   beks     bekets     beks     bekas
bekenes  

Zelfstandig naamwoord

bek, o

  1. (scheikunde) pek
  2. (figuurlijk) pech
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: svart som bek
zwart als pek

Zelfstandig naamwoord

bek, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van bek
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • bek
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord bik, dat uit het Nederduits komt, dat weer van het Latijnse zelfstandige naamwoord pix
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bek     beket     bek     beka  

Zelfstandig naamwoord

bek, o

  1. (scheikunde) pek
  2. (figuurlijk) pech
Afgeleide begrippen

=

=

Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: svart som bek
zwart als pek

Zelfstandig naamwoord

bek, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van bek