WikiWoordenboek:Bijvoeglijk naamwoord: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Trappen van vergelijking: excessief en elatief ontward
Regel 43: Regel 43:
:met vakterm uit Latijn: positief - comparatief - superlatief
:met vakterm uit Latijn: positief - comparatief - superlatief


====Stellende trap====
De vergrotende trap kent ook een verbogen en een partitieve vorm, de overtreffende alleen een verbogen vorm.
De stellende trap heeft de standaardvorm van het bijvoeglijk naamwoord, zonder uitgang; voor een verbogen vorm komt daar de uitgang -e achter, voor de partitief een -s.
:de mooiere stoel - iets mooiers
:De grote stoel is net zo mooi als de kleine stoel.
:Het zijn even mooi'''e''' stoelen.
:Deze stoel is iets mooi'''s'''.

De stellende trap wordt gebruikt om aan te geven dat twee verschillende dingen in één opzicht hetzelfde zijn. Deze vergelijkingen gebruiken eerst de bijwoorden "net zo" of "even", gevolgd door het bijvoeglijk naamwoord en het voegwoord "als".
:De grote stoel is ''even'' mooi ''als'' de kleine stoel.
:De grote stoel is ''net zo'' mooi ''als'' de kleine stoel.
In zinnen zonder "als" duidt "even" op een onderlinge vergelijking en "net zo" op een gezamenlijke vergelijking met een derde ding.
:De oude stoelen zijn even mooi. ''(vergeleken met elkaar)''
:De nieuwe stoelen zijn net zo mooi. ''(vergeleken met de oude stoelen in de voorgaande zin)''

In gangbare vergelijkingen wordt "net zo" verkort tot "zo" of zelfs weggelaten.
:Zij was net zo mooi als Cleopatra.
:Zij was zo mooi als Cleopatra.
:Zij was mooi als Cleopatra.

====Vergrotende trap====
De vergrotende trap wordt gevormd met de uitgang -er.
:mooi - mooi''er''
Met het oog op de uitspraak kent deze regel een paar aanpassingen:
#Als het woord eindigt op -r, wordt er een -d- tussengevoegd.
:ver - ver'''d'''''er''
#Als het woord eindigt op een enkele medeklinker, voorafgegaan door een enkele, korte klinker, wordt die medeklinker verdubbeld.
:dom - dom'''m'''''er''
#Als het woord eindigt op een enkele medeklinker, voorafgegaan door een dubbele klinker, wordt dat een enkele klinker
:la'''a'''t - lat'''er'''
#Als het woord eindigt op een onbeklemtoonde -e ("sjwa"), blijft van de uitgang alleen -r over
:perfide''r''
Daarnaast zijn er woorden met een onregelmatig gevormde vergrotende trap.
:goed - beter

Sommige bijvoeglijke naamwoorden kennen geen vergrotende trap, omdat de uitspraak lastig is.
:passé
Bijvoeglijke naamwoorden die nog als (on-)voltooid deelwoord van een werkwoord worden gezien kennen geen vergrotende trap.
:verborgen
Sommige bijvoeglijke naamwoorden kennen geen vergrotende trap, omdat de uitgedrukte eigenschap alleen maar wel of niet aanwezig kan zijn.
:waterpas
Dit geldt ook voor stofnamen:
:houten

De vergrotende trap kent net als de stellende een onverbogen, een verbogen en een partitieve vorm.
:Jouw stoel is mooi''er'' dan mijn stoel.
:De mooi''er'''''e''' stoel is duur.
:Een stoel is iets mooi''er'''''s''' dan een kruk.
Bij vergelijkingen met behulp van een vergrotende trap wordt in traditioneel verzorgd taalgebruik het voegwoord "dan" gebruikt,
:Jouw stoel is mooier ''dan'' mijn stoel.
Het gebruik van "als" in plaats van "dan" komt zoveel voor, dat die in hedendaagse woordenboeken een plaats heeft gekregen.
:Jouw stoel is mooier '''als''' mijn stoel.

Een andere manier om de overtreffende trap uit te drukken is met het bijwoord "meer".
:Hij is ''beleefder'' dan zijn zoon.
:Hij is ''meer beleefd'' dan zijn zoon.

====Overtreffende trap====
De overtreffende trap wordt gevormd met de uitgang -st.
:mooi - mooi''st''
Als het woord op een sisklank eindigt (-s, -sch), blijft van de uitgang alleen -t over.
:boos''t''
:logisch''t''

De overtreffende kent geen partitief, maar alleen een verbogen vorm
:de mooiste stoel
:de mooiste stoel


====Verheffende trap====
Bij woorden die een overtreffende trap kennen, bestaat ook nog een vorm met het voorvoegsel "aller-". Omdat dit voorvoegsel nog herkenbaar is als de oude genitief meervoud van "al", is er hier naar ''vorm'' geen trap van vergelijking, maar naar ''inhoud'' wordt wel de term "verheffende trap" of "elatief" gebruikt.
Bij woorden die een overtreffende trap kennen, bestaat ook nog een vorm met het voorvoegsel "aller-". Omdat dit voorvoegsel nog herkenbaar is als de oude genitief meervoud van "al", is er hier naar ''vorm'' geen trap van vergelijking, maar naar ''inhoud'' wordt wel de term "verheffende trap" of "elatief" gebruikt.
:de allermooiste stoel
:de allermooiste stoel

Deze vorm kan bij sommige woorden twee betekenissen hebben, die door een verschil in klemtoon worden aangegeven:
Deze vorm kan bij sommige woorden twee betekenissen hebben, die door een verschil in klemtoon worden aangegeven:
:benadrukken van het overtreffende karakter: het '''al'''leraardigste meisje
:benadrukken van het overtreffende karakter: het '''al'''leraardigste meisje
:benadrukken van de eigenschap, zonder het overtreffende karakter: het aller'''aar'''digste meisje
:benadrukken van de eigenschap, zonder het overtreffende karakter: het aller'''aar'''digste meisje

In de eerste betekenis komt in het spraakgebruik nog een verdubbeling van het voorvoegsel voor om het overtreffende karakter nog verder te benadrukken:
In de eerste betekenis komt in het spraakgebruik nog een verdubbeling van het voorvoegsel voor om het overtreffende karakter nog verder te benadrukken:
:de aller-allermooiste stoel
:de aller-allermooiste stoel


====Overmatige trap====
Sommige talen, bijvoorbeeld het Javaans, kennen een vorm die "overmatige trap" of "excessief" heet. In het Nederlands zetten we dan het bijwoord "te" ervoor:
Sommige talen, bijvoorbeeld het Javaans, kennen een vorm die "overmatige trap" of "excessief" heet. In het Nederlands zetten we dan het bijwoord "te" ervoor:
:te mooi
:te mooi

Versie van 20 okt 2013 10:40

Een bijvoeglijk naamwoord of adjectief is een naamwoord zoals mooi dat wordt gebruikt om een speciale eigenschap van een ander naamwoord, het zelfstandig naamwoord, bijvoorbeeld huis te benoemen.

Attributief en predicatief

Dit benoemen kan attributief gebeuren:

  • Het mooie huis.

Maar het kan ook gebeuren via een koppelwerkwoord, zoals zijn. Dit gebruik wordt predicatief genoemd:

  • Het huis is mooi.

Zelf kunnen bijvoeglijke naamwoorden nader bepaald worden middels een bijwoord, bijvoorbeeld zeer:

  • Het zeer mooie huis.
  • Het huis is zeer mooi.

Vormen in het Nederlands

In het Nederlands hebben bijvoeglijke naamwoorden meestal drie vormen, een onverbogen, een verbogen vorm en een partitieve vorm bijvoorbeeld:

mooi ---- mooie ---- moois

De onverbogen vorm wordt gebruikt als predicaat:

  • Het huis is mooi.

Attributief wordt meestal de verbogen vorm gebruikt:

  • Het mooie huis staat op de hoek.

Een uitzondering wordt gevormd door onbepaalde onzijdige woorden in het enkelvoud

  • Er staat een mooi huis op de hoek.

Ook zelfstandig gebruik vereist de verbogen vorm:

  • Dat zijn hele mooie.

Alleen indien het woord naar personen verwijst krijgt het een -n in het meervoud

  • Dat zijn de gedupeerden.

De partitiefvorm op -s wordt alleen aangetroffen na woorden als veel, niets, iets, wat enz.:

  • Het is wat moois...

Trappen van vergelijking

Daarnaast kennen vele, maar lang niet alle bijvoeglijke naamwoorden trappen van vergelijking:

voorbeeld: mooi - mooier - mooist
in gewoon Nederlands: stellend - vergrotend - overtreffend
met vakterm uit Latijn: positief - comparatief - superlatief

Stellende trap

De stellende trap heeft de standaardvorm van het bijvoeglijk naamwoord, zonder uitgang; voor een verbogen vorm komt daar de uitgang -e achter, voor de partitief een -s.

De grote stoel is net zo mooi als de kleine stoel.
Het zijn even mooie stoelen.
Deze stoel is iets moois.

De stellende trap wordt gebruikt om aan te geven dat twee verschillende dingen in één opzicht hetzelfde zijn. Deze vergelijkingen gebruiken eerst de bijwoorden "net zo" of "even", gevolgd door het bijvoeglijk naamwoord en het voegwoord "als".

De grote stoel is even mooi als de kleine stoel.
De grote stoel is net zo mooi als de kleine stoel.

In zinnen zonder "als" duidt "even" op een onderlinge vergelijking en "net zo" op een gezamenlijke vergelijking met een derde ding.

De oude stoelen zijn even mooi. (vergeleken met elkaar)
De nieuwe stoelen zijn net zo mooi. (vergeleken met de oude stoelen in de voorgaande zin)

In gangbare vergelijkingen wordt "net zo" verkort tot "zo" of zelfs weggelaten.

Zij was net zo mooi als Cleopatra.
Zij was zo mooi als Cleopatra.
Zij was mooi als Cleopatra.

Vergrotende trap

De vergrotende trap wordt gevormd met de uitgang -er.

mooi - mooier

Met het oog op de uitspraak kent deze regel een paar aanpassingen:

  1. Als het woord eindigt op -r, wordt er een -d- tussengevoegd.
ver - verder
  1. Als het woord eindigt op een enkele medeklinker, voorafgegaan door een enkele, korte klinker, wordt die medeklinker verdubbeld.
dom - dommer
  1. Als het woord eindigt op een enkele medeklinker, voorafgegaan door een dubbele klinker, wordt dat een enkele klinker
laat - later
  1. Als het woord eindigt op een onbeklemtoonde -e ("sjwa"), blijft van de uitgang alleen -r over
perfider

Daarnaast zijn er woorden met een onregelmatig gevormde vergrotende trap.

goed - beter

Sommige bijvoeglijke naamwoorden kennen geen vergrotende trap, omdat de uitspraak lastig is.

passé

Bijvoeglijke naamwoorden die nog als (on-)voltooid deelwoord van een werkwoord worden gezien kennen geen vergrotende trap.

verborgen

Sommige bijvoeglijke naamwoorden kennen geen vergrotende trap, omdat de uitgedrukte eigenschap alleen maar wel of niet aanwezig kan zijn.

waterpas

Dit geldt ook voor stofnamen:

houten

De vergrotende trap kent net als de stellende een onverbogen, een verbogen en een partitieve vorm.

Jouw stoel is mooier dan mijn stoel.
De mooiere stoel is duur.
Een stoel is iets mooiers dan een kruk.

Bij vergelijkingen met behulp van een vergrotende trap wordt in traditioneel verzorgd taalgebruik het voegwoord "dan" gebruikt,

Jouw stoel is mooier dan mijn stoel.

Het gebruik van "als" in plaats van "dan" komt zoveel voor, dat die in hedendaagse woordenboeken een plaats heeft gekregen.

Jouw stoel is mooier als mijn stoel.

Een andere manier om de overtreffende trap uit te drukken is met het bijwoord "meer".

Hij is beleefder dan zijn zoon.
Hij is meer beleefd dan zijn zoon.

Overtreffende trap

De overtreffende trap wordt gevormd met de uitgang -st.

mooi - mooist

Als het woord op een sisklank eindigt (-s, -sch), blijft van de uitgang alleen -t over.

boost
logischt

De overtreffende kent geen partitief, maar alleen een verbogen vorm

de mooiste stoel

Verheffende trap

Bij woorden die een overtreffende trap kennen, bestaat ook nog een vorm met het voorvoegsel "aller-". Omdat dit voorvoegsel nog herkenbaar is als de oude genitief meervoud van "al", is er hier naar vorm geen trap van vergelijking, maar naar inhoud wordt wel de term "verheffende trap" of "elatief" gebruikt.

de allermooiste stoel

Deze vorm kan bij sommige woorden twee betekenissen hebben, die door een verschil in klemtoon worden aangegeven:

benadrukken van het overtreffende karakter: het alleraardigste meisje
benadrukken van de eigenschap, zonder het overtreffende karakter: het alleraardigste meisje

In de eerste betekenis komt in het spraakgebruik nog een verdubbeling van het voorvoegsel voor om het overtreffende karakter nog verder te benadrukken:

de aller-allermooiste stoel

Overmatige trap

Sommige talen, bijvoorbeeld het Javaans, kennen een vorm die "overmatige trap" of "excessief" heet. In het Nederlands zetten we dan het bijwoord "te" ervoor:

te mooi

Predicaatswoorden

Sommige naamwoorden worden alleen als predicaat gebruikt en kennen maar een vorm, bijv.

Stofadjectieven

Deze naamwoorden drukken een materiaal uit waaruit iets bestaat, zoals ijzeren of papieren. Zij hebben ook maar een vorm in de regel met een uitgang -en en worden alleen attributief gebruikt. Als predicaat wordt gewoonlijk een omschrijving met het voorzetsel van gebruikt:

Dit is een ijzeren pan -- Deze pan is van ijzer.

Andere talen

In flecterende talen worden bijvoeglijke naamwoorden verbogen naar genus, getal, en naamval. In sommige talen zoals het Duits komt daar nog bij dat er verschillende verbuigingen zijn (sterk, zwak en gemengd) afhankelijk van de aanwezigheid van andere bepalende woorden zoals bepaalde of onbepaalde lidwoorden. In deze talen kan een bijvoeglijk naamwoord een aanzienlijk aantal vormen bezitten.

In het Russisch bijvoorbeeld zijn er zes naamvallen ieder voor mannelijk, vrouwelijk, onzijdig en meervoud, en vier 'korte' vormen voor predicatief gebruik, hoewel niet alle 28 vormen verschillend zijn, zie bijv. лёгкий.

In de Romaanse talen zijn er in de regel vier vormen, die de contrasten mannelijk/vrouwelijk en enkelvoud/meervoud weerspiegelen. Anders dan in het Nederlands is er geen verschil tussen predicatief en attributief gebruik.

Positie

Er zijn talen die het bijvoeglijk naamwoord vóór het zelfstandig naamwoord zetten, zoals het moderne Nederlands of ook erachter zoals gewoonlijk in het Frans. Dit verschilt sterk van taal tot taal. Ook het Middelnederlands bijvoorbeeld plaatste het adjectief er vaak achter, maar liet het dan onverbogen.

In een taal als Perzisch dat geen geslacht of naamval meer kent wordt het achtergeplaatste adjectief verbonden met het naamwoord ervoor door ezafe, een korte verbindingsklinker. Bijvoorbeeld "mard" (man) "bozorg" (groot) geeft "mard-e-bozorg": een grote man.