bek: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
nieuw +nor +nno |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 44: | Regel 44: | ||
{{-etym-}} |
{{-etym-}} |
||
*Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord [[bik#Oudnoors|bik]], dat uit het Nederduits komt, dat weer van het Latijnse zelfstandige naamwoord [[pix#Latijn|pix]] |
*Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord [[bik#Oudnoors|bik]], dat uit het Nederduits komt, dat weer van het Latijnse zelfstandige naamwoord [[pix#Latijn|pix]] |
||
{{freq| |
{{freq|47877}} |
||
{{-nonoun-|bek|beket|bek|beka<br />bekene|beks|bekets|beks|bekas<br />bekenes}} |
{{-nonoun-|bek|beket|bek|beka<br />bekene|beks|bekets|beks|bekas<br />bekenes}} |
||
{{-noun-|nor}} |
{{-noun-|nor}} |
Versie van 4 okt 2013 09:39
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bek | bekken |
verkleinwoord | bekje | bekjes |
Zelfstandig naamwoord
bek m
- (anatomie) snavel van vogels
- (anatomie) mond van dieren
- (dysfemisme) mond van een mens
- iets dat qua vorm of beweging overeenkomst vertoont met een bek
Spreekwoorden
- op je bek gaan
hard en pijnlijk vallen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekken |
bek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekken
- Ik bek.
- gebiedende wijs van bekken
- Bek!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekken
- Bek je?
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- bek
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord bik, dat uit het Nederduits komt, dat weer van het Latijnse zelfstandige naamwoord pix
Naar frequentie | 47877 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bek | beket | bek | beka bekene |
genitief | beks | bekets | beks | bekas bekenes |
Zelfstandig naamwoord
bek, o
- (scheikunde) pek
- (figuurlijk) pech
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: svart som bek
zwart als pek
Zelfstandig naamwoord
bek, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van bek
Schrijfwijzen
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- bek
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord bik, dat uit het Nederduits komt, dat weer van het Latijnse zelfstandige naamwoord pix
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bek | beket | bek | beka |
Zelfstandig naamwoord
bek, o
- (scheikunde) pek
- (figuurlijk) pech
Afgeleide begrippen
= = |
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: svart som bek
zwart als pek
Zelfstandig naamwoord
bek, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van bek
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Dysfemisme in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 3
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Scheikunde in het Noors
- Figuurlijk in het Noors
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 3
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Scheikunde in het Nynorsk
- Figuurlijk in het Nynorsk
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nynorsk