gemakkelijk: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
HydrizBot (overleg | bijdragen)
k r2.7.3) (Robot: toegevoegd: fj:gemakkelijk
HydrizBot (overleg | bijdragen)
k r2.7.3) (Robot: toegevoegd: chr:gemakkelijk
Regel 24: Regel 24:
{{trans-bottom}}
{{trans-bottom}}


[[chr:gemakkelijk]]
[[de:gemakkelijk]]
[[de:gemakkelijk]]
[[el:gemakkelijk]]
[[el:gemakkelijk]]

Versie van 11 aug 2013 20:08

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·mak·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gemakkelijk gemakkelijker gemakkelijkst
verbogen gemakkelijke gemakkelijkere gemakkelijkste

Bijvoeglijk naamwoord

gemakkelijk

  1. geen moeite of inspanning vereisend
    • Alle leerlingen vonden dat een gemakkelijke proefwerkopgave. 
  2. comfortabel.
    • Hij installeerde zich in die gemakkelijke stoel. 
  3. bereidwillig om zich aan te passen
    • Wij vonden haar erg gemakkelijk in de omgang. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • veilig en lekker gemakkelijk