taalvaardigheid: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 11: | Regel 11: | ||
{{-noun-|nld}} |
{{-noun-|nld}} |
||
'''{{pn}}''' {{f}} |
'''{{pn}}''' {{f}} |
||
#de vaardigheid van een vlot gebruik van de taal |
#{{taal|nld}} de vaardigheid van een vlot gebruik van de taal |
||
{{bijv-1|Een goede '''taalvaardigheid''' vormt de basis voor de ontwikkeling van kinderen.}} |
|||
{{-trans-}} |
{{-trans-}} |
||
{{trans-top|1. de vaardigheid van een vlot gebruik van de taal}} |
{{trans-top|1. de vaardigheid van een vlot gebruik van de taal}} |
Versie van 24 sep 2012 18:42
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- taal·vaar·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van taal en vaardigheid
- afgeleid van taalvaardig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taalvaardigheid | taalvaardigheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
taalvaardigheid v
- (taal) de vaardigheid van een vlot gebruik van de taal
- Een goede taalvaardigheid vormt de basis voor de ontwikkeling van kinderen.
Vertalingen
1. de vaardigheid van een vlot gebruik van de taal