velle

Latijn

Werkwoord

Infinitivus praesens actief

1. willen
2. de voorkeur geven aan
3. betekenen

Verwante begrippen

• nolle
• malle

Praesens Stam -
Praesens indicativum
act.	enkelvoud	meervoud		pass.	enkelvoud	meervoud
I.	volo	volumus		I.	geen	geen
II.	vis	vis		II.	geen	geen
III.	vult	volunt		III.	geen	geen
Imperativus
act.	geen	geen		pass.	geen	geen
Praesens subiunctivum
act.	enkelvoud	meervoud		pass.	enkelvoud	meervoud
I.	velim	velīmus		I.	geen	geen
II.	velīs	velītis		II.	geen	geen
III.	velit	velint		III.	geen	geen
Imperfectum indicativum
act.	enkelvoud	meervoud		pass.	enkelvoud	meervoud
I.	volēbam	volēbamus		I.	geen	geen
II.	volēbas	volēbatis		II.	geen	geen
III.	volēbat	volēbant		III.	geen	geen
Imperfectum subiunctivum
act.	enkelvoud	meervoud		pass.	enkelvoud	meervoud
I.	vellem	vellēmus		I.	geen	geen
II.	vellēs	vellētis		II.	geen	geen
III.	vellet	vellent		III.	geen	geen
Futurum indicativum
act.	enkelvoud	meervoud		pass.	enkelvoud	meervoud
I.	volam	voliēmus		I.	geen	geen
II.	volēs	volētis		II.	geen	geen
III.	volet	volent		III.	geen	geen

Perfectum stam vol-
Perfectum indicativum
act.	enkelvoud	meervoud
I.	volui	volĭmus
II.	voluistī	voluistis
III.	voluit	voluērunt
Perfectum subiunctivum
act.	enkelvoud	meervoud
I.	voluerim	voluerīmus
II.	voluerīs	voluerītis
III.	voluerit	voluerint
Plusquam perfectum indicativum
act.	enkelvoud	meervoud
I.	volueram	voluerāmus
II.	voluerās	voluerātis
III.	voluerāt	voluerant
Plusquam perfectum subiunctivum
act.	enkelvoud	meervoud
I.	voluissem	voluissēmus
II.	voluissēs	voluissētis
III.	voluisset	voluissent
Futurum exactum
act.	enkelvoud	meervoud
I.	voluerō	voluerimus
II.	volueris	volueritis
III.	voluerit	voluerint

Infinitivi act. pass. praes. velle perf. voluisse fut. geen

Participia praes. volens perf. geen fut. geen

Gerundia et supina subst. geen adiect. geen supina geen