tevredenheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tevredenheid    (hulp, bestand)
• IPA: /təvredənɦɛɪt/

Woordafbreking

• te·vre·den·heid

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van tevreden met het achtervoegsel -heid.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tevredenheid	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

tevredenheid v

1. het gevoel genoeg te hebben en voldaan te zijn

   • Vol tevredenheid zat hij te genieten van een borreltje met zijn vrienden. 

Antoniemen

• ontevredenheid

Vertalingen

    1. het gevoel genoeg te hebben en voldaan te zijn   

Duits: Zufriedenheit (de) v Engels: satisfaction (en)

Frans: satisfaction (fr) v, contentement (fr) m Spaans: satisfacción (es) v