malle: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Foeke (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Foeke (overleg | bijdragen)
k +etym
Regel 1: Regel 1:
{{-la-}}
{{-la-}}
{{-etym-}}
{{-etym-}}
Samentrekking van [[velle]] ([[willen]]) en [[non]] ([[niet]])
Samentrekking van [[velle]] ([[willen]]) en [[magis]] ([[meer]])
{{-verb-}}
{{-verb-}}
==[[infinitivus|Infinitivus]] [[praesens]] actief==
==[[infinitivus|Infinitivus]] [[praesens]] actief==
Regel 7: Regel 7:
{{-rel-}}
{{-rel-}}
* [[velle]]
* [[velle]]
* [[malle]]
* [[nolle]]





Versie van 2 dec 2004 17:47

Sjabloon:-la-

Woordherkomst en -opbouw

Samentrekking van velle (willen) en magis (meer)

Werkwoord

Infinitivus praesens actief

  1. niet willen
Verwante begrippen


Praesens Stam -
Praesens indicativum
act. enkelvoud meervoud pass. enkelvoud meervoud
I. malo malumus I. geen geen
II. mavis mavultis II. geen geen
III. mavult malunt III. geen geen
Imperativus
act. mali malite pass. geen geen
Praesens subiunctivum
act. enkelvoud meervoud pass. enkelvoud meervoud
I. malim malīmus I. geen geen
II. malīs malītis II. geen geen
III. malit malint III. geen geen
Imperfectum indicativum
act. enkelvoud meervoud pass. enkelvoud meervoud
I. malēbam malēbamus I. geen geen
II. malēbas malēbatis II. geen geen
III. malēbat malēbant III. geen geen
Imperfectum subiunctivum
act. enkelvoud meervoud pass. enkelvoud meervoud
I. mallem mallēmus I. geen geen
II. mallēs mallētis II. geen geen
III. mallet mallent III. geen geen
Futurum indicativum
act. enkelvoud meervoud pass. enkelvoud meervoud
I. malam maliēmus I. geen geen
II. malēs malētis II. geen geen
III. malet malent III. geen geen
Perfectum stam mal-
Perfectum indicativum
act. enkelvoud meervoud
I. malui malĭmus
II. maluistī maluistis
III. maluit maluērunt
Perfectum subiunctivum
act. enkelvoud meervoud
I. maluerim maluerīmus
II. maluerīs maluerītis
III. maluerit maluerint
Plusquam perfectum indicativum
act. enkelvoud meervoud
I. malueram maluerāmus
II. maluerās maluerātis
III. maluerāt maluerant
Plusquam perfectum subiunctivum
act. enkelvoud meervoud
I. maluissem maluissēmus
II. maluissēs maluissētis
III. maluisset maluissent
Futurum exactum
act. enkelvoud meervoud
I. maluerō maluerimus
II. malueris malueritis
III. maluerit maluerint


Infinitivi
act. pass.
praes. malle
perf. maluisse
fut. geen
Participia
praes. malens
perf. geen
fut. geen
Gerundia et supina
subst. geen
adiect. geen
supina geen