stortte: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AnnabelsBot (overleg | bijdragen)
k telling
RomaineBot (overleg | bijdragen)
Invulling parameter
Regel 2: Regel 2:
{{-syll-}}
{{-syll-}}
*stort·te
*stort·te
{{-verb-}}
{{-verb-|0}}
{{ovt-enk|storten}}
{{ovt-enk|storten}}



Versie van 29 jan 2012 18:58

Nederlands

Woordafbreking
  • stort·te

Werkwoord

vervoeging van
storten

stortte

  1. enkelvoud verleden tijd van storten
    • Ik stortte. 
    • Jij stortte. 
    • Hij, zij, het stortte.