bezorgen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
#{{ditr|nld}} ''iemand iets ~'': bij iemand aan huis afleveren |
#{{ditr|nld}} ''iemand iets ~'': bij iemand aan huis afleveren |
||
{{bijv-1|Hij kreeg een groot pak '''bezorgd'''.}} |
{{bijv-1|Hij kreeg een groot pak '''bezorgd'''.}} |
||
#{{ov|nld}} bij iemand veroorzaken |
#{{ov|nld}} bij iemand [[veroorzaken]] |
||
{{bijv-1|Je '''bezorgt''' me hartkloppingen met dat lawaai.}} |
{{bijv-1|Je '''bezorgt''' me hartkloppingen met dat lawaai.}} |
||
#{{ov|nld}} goederen op een bepaalde plaats [[brengen]] |
#{{ov|nld}} goederen op een bepaalde plaats [[brengen]], [[bestellen]] |
||
#{{ov|nld}} [[verschaffen]] |
#{{ov|nld}} [[verschaffen]] |
||
{{bijv-1|Ik kan je alles '''bezorgen''' wat je nodig hebt.}} |
{{bijv-1|Ik kan je alles '''bezorgen''' wat je nodig hebt.}} |
Versie van 17 dec 2011 20:24
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zor·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bezorgen |
bezorgde |
bezorgd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bezorgen
- ditransitief iemand iets ~: bij iemand aan huis afleveren
- Hij kreeg een groot pak bezorgd.
- overgankelijk bij iemand veroorzaken
- Je bezorgt me hartkloppingen met dat lawaai.
- overgankelijk goederen op een bepaalde plaats brengen, bestellen
- overgankelijk verschaffen
- Ik kan je alles bezorgen wat je nodig hebt.