wederkerend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·der·ke·rend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: wederkeren
verbogen vorm: wederkerende

wederkerend

  1. onvoltooid deelwoord van wederkeren
stellend
onverbogen wederkerend
verbogen wederkerende
partitief wederkerends

Bijvoeglijk naamwoord

wederkerend

  1. steeds terugkomende
    • Dat is een steeds wederkerend probleem. 
  2. (grammatica) gericht op de handelende persoon, waardoor het lijdend voorwerp meteen ook onderwerp is
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be