vertroosting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·troos·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vertroosten met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vertroosting | vertroostingen |
verkleinwoord | vertroostingetje | vertroostingetjes |
Zelfstandig naamwoord
de vertroosting v
- soelaas, bemoediging, opbeuring, iets wat troost geeft in slechte tijden
- Zijn christelijke verhalen boden geen vertroosting voor de ouders die hun kinderen waren verloren.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord vertroosting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.