symbolist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sym·bo·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | symbolist | symbolisten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de symbolist m
- aanhanger van het symbolisme
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord symbolist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "symbolist" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be