magenta

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·gen·ta
enkelvoud meervoud
naamwoord magenta -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het magentao

  1. (kleur) een kleur tussen rood en blauw
    • Magenta is een primaire kleur in het subtractieve kleursysteem en een secundaire kleur in het additieve kleursysteem. 
Hyponiemen
Anagrammen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

magenta

  1. (kleur) de kleur magenta hebbend
    • Op het computerscherm had de tekening een magenta achtergrond. 

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Duits

Bijvoeglijk naamwoord

magenta

  1. (kleur) magenta