kosím

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /kɔsiːm/
Woordafbreking
  • ko·sím

Bijvoeglijk naamwoord

kosím

  1. locatief mannelijk enkelvoud van kosí
  2. locatief onzijdig enkelvoud van kosí
  3. instrumentalis mannelijk enkelvoud van kosí
  4. instrumentalis onzijdig enkelvoud van kosí
  5. datief meervoud van kosí

Werkwoord

kosím

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord kosit