hulpwerkwoord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hulp·werk·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hulp en werkwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hulpwerkwoord | hulpwerkwoorden |
verkleinwoord | hulpwerkwoordje | hulpwerkwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
het hulpwerkwoord o
- (taalkunde) een werkwoord dat samen met een ander werkwoord de tijd of de hoedanigheid van het werkwoord vaststelt
- Er zijn verschillende soorten hulpwerkwoorden, bijvoorbeeld "hebben" en "zijn" voor de voltooide tijden of "worden" voor de lijdende vorm.
Hyperoniemen
Vertalingen
1. een werkwoord dat samen met een ander werkwoord de tijd of de hoedanigheid van het werkwoord vaststelt
Gangbaarheid
- Het woord hulpwerkwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hulpwerkwoord" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be