gigajoule

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gi·ga·jou·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gigajoule gigajoules
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gigajoulem

  1. (natuurkunde), (eenheid) een eenheid voor energie, gelijk aan 109 joule of 1.000.000 kilojoule, weergegeven met symbool GJ
Verwante begrippen

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie


Slowaaks

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord joule met het voorvoegsel giga-

Zelfstandig naamwoord

gigajoule

  1. (natuurkunde)(eenheid) gigajoule; een eenheid voor energie, gelijk aan 109 joule of 1.000.000 kilojoule
Afkorting
Verwante begrippen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /gɪgadʒaʊ̯l/, /gɪgadʒɔʊ̯l/
Woordafbreking
  • gi·ga·joule
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord joule met het voorvoegsel giga-

Zelfstandig naamwoord

gigajoule monbezield

  1. (natuurkunde)(eenheid) gigajoule; een eenheid voor energie, gelijk aan 109 joule of 1.000.000 kilojoule
Verbuiging
Afkorting
Verwante begrippen

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be