geluud

Uit WikiWoordenboek

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

geluud

  1. geluid; trillingen in de lucht of andere substantie die door het oor waargenomen kunnen worden


Veluws

Zelfstandig naamwoord

geluud

  1. geluid; trillingen in de lucht of andere substantie die door het oor waargenomen kunnen worden


Zeeuws

Zelfstandig naamwoord

geluud

  1. geluid; trillingen in de lucht of andere substantie die door het oor waargenomen kunnen worden
Synoniemen

Meer informatie