Sjabloon:-nlverb-reflex-
vervoeging van het Nederlandse werkwoord [[{{{1}}}|zich {{{1}}}]] | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | toekomende tijd | ||||||||||
enkelvoud | meervoud | enkelvoud | meervoud | enkelvoud | meervoud | |||||||
1 | ik | {{{2}}} me | wij, we | {{{4}}} ons | ik | {{{5}}} me | wij, we | {{{6}}} ons | ik | zal me [[{{{1}}}]] | wij, we | zullen ons [[{{{1}}}]] |
2 | jij, je | {{{3}}} je | jullie | {{{4}}} je | jij, je | {{{5}}} je | jullie | {{{6}}} je | jij, je | zal, zult je [[{{{1}}}]] | jullie | zullen je [[{{{1}}}]] |
u | {{{3}}} zich/u | u | {{{3}}} zich/u | u | {{{5}}} zich/u | u | {{{5}}} zich/u | u | zult zich/u [[{{{1}}}]] | u | zult zich/u [[{{{1}}}]] | |
gij, ge | {{{3}}} u | gij, ge, gijlieden |
{{{3}}} u | gij, ge | {{{5}}} u | gij, ge, gijlieden |
{{{5}}} u | gij, ge | zult u [[{{{1}}}]] | gij, ge gijlieden |
zult u [[{{{1}}}]] | |
3 | hij, zij, het | {{{3}}} zich | zij, ze | {{{4}}} zich | hij, zij, het | {{{5}}} zich | zij, ze | {{{6}}} zich | hij, zij, het | zal zich [[{{{1}}}]] | zij, ze | zullen zich [[{{{1}}}]] |
onvoltooid deelwoord | voltooide tijd | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | |||||||||
zich [[{{{1}}}d]] | zich {{{8}}} hebben | {{{2}}} u/je , {{{3}}} je | {{{9}}} zich |
De sjabloonbeschrijving hieronder wordt niet afgebeeld wanneer het sjabloon wordt geplaatst
Dit sjabloon is bedoeld voor wederkerende werkwoorden in het Nederlands
- parameters
- prefix het voorvoegsel van een scheidbaar werwoord
- streepje voegt een streepje toe aan het voorvoegsel. Zie toe-eigenen/vervoeging.
- 1 infinitief
- 2 eerste persoon enkelvoud (stam) (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 3 tweede en derde persoon enkelvoud (stam+t) (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 4 tegenwoordige tijd meervoud (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 5 verleden tijd enkelvoud (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 6 verleden tijd meervoud (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 7 actief hulpwerwoord van het voltooid deelwoord (niet gebruikt: is altijd hebben)
- 8 voltooid deelwoord
- 9 aanvoegende wijs (infinitief - n) (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 10 indien afwijkend van 3: gij vorm tegenwoordige tijd (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 11 indien afwijkend van 5: gij vorm verleden tijd (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
Bij werkwoorden die een afwijkend patroon vertonen kan de inhoud van het sjabloon met behulp van subst: op de desbetreffende bladzijde gezet en vervolgens aangepast worden.
- Zie ook
- {{-nlverb-}}