Schlidde

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Schlid·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Schlidde der Schlidde Schlidde die Schlidde
datief me Schlidde em Schlidde Schlidde de Schlidde
accusatief en Schlidde der Schlidde Schlidde die Schlidde

Zelfstandig naamwoord

Schlidde, m

  1. slee
    «Ich bin ready fer Spuckowed un Danksgewwe, net ready Schnee zu schaufle un Schlidde zu faahre.»
    Ik ben klaar voor de spookachtige avond en dankzegging, maar niet voor het scheppen van sneeuw en slee te rijden.
Schrijfwijzen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Opmerkingen