Schlange

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Schlan·ge
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 2425
enkelvoud meervoud
nominatief die Schlange die Schlangen
genitief der Schlange der Schlangen
datief der Schlange den Schlangen
accusatief die Schlange die Schlangen

Zelfstandig naamwoord

Schlange, v

  1. (reptielen) slang Serpentes op Wikispecies
    «Schlangen bewegen sich immer auf dem Bauch fort. Ihre ganze Haut ist mit Schuppen bedeckt.»
    Slangen bewegen zich altijd voort op de buik. Hun huid is geheel bedekt met schubben.
  2. (maatschappij) rij (mensen die achter elkaar staan te wachten of zich langzaam vooruit bewegen)
    «An geschäftigen Einkaufstagen und Spazierabenden bildete sich vor dem Geldautomaten regelmäßig eine Schlange, den die Bank im vergangenen Jahr dennoch abnahm.»
    Op drukke winkeldagen en stapavonden vormde zich geregeld een rij voor de pinautomaat, die vorig jaar desondanks werd weggehaald door de bank.

Eigennaam

Schlange, v

  1. (sterrenbeeld) Slang


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Schlan·ge

Zelfstandig naamwoord

Schlange

  1. vrouwelijk meervoud van Schlang