SARS-CoV-2-virus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Met de computer gemaakte weergave van het virus SARS-CoV-2
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het SARS-CoV-2-viruso

  1. (virussen) (formeel) coronavirus dat de ziekte covid-19 veroorzaakt
     Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de verspreiding van het SARS-CoV-2-virus zoveel mogelijk te belemmeren en dat de tijdelijke inzet van een bewijs van een testuitslag omtrent infectie met dat virus, een bewijs van vaccinatie tegen dat virus en een bewijs van herstel van een infectie met dat virus kunnen bijdragen aan het verantwoord openen of geopend houden van onderdelen van de samenleving; (…)[1]
Hyperoniemen
Synoniemen
Verwante begrippen

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 mei 2022 Weblink bron
    H.M. de Jonge
    “Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen” (26 mei 2021), preambule op overheid.nl op Wikipedia