Regiering

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Re·gie·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Regiering die Regiering Regieringe die Regieringe
datief re Regiering der Regiering Regieringe de Regieringe
accusatief en Regiering die Regiering Regieringe die Regieringe

Zelfstandig naamwoord

Regiering, v

  1. (politiek) regering
    «Die Leit in Brazil sin net so froh as ihre Regiering so viel Geld ausgewwe hot.»
    De mensen in Brazilië zijn niet zo blij dat hun regering zoveel geld heeft uitgegeven.
Verwante begrippen
Opmerkingen