Privatanschrift

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Pri·vat·an·schrift
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 105666
enkelvoud meervoud
nominatief die Privatanschrift die Privatanschriften
genitief der Privatanschrift der Privatanschriften
datief der Privatanschrift den Privatanschriften
accusatief die Privatanschrift die Privatanschriften

Zelfstandig naamwoord

Privatanschrift, v

  1. (maatschappij) huisadres, privéadres
    «Um reale Bedingungen zu simulieren, haben wir den Dienst nicht in die Redaktion, sondern zu einer Privatanschrift geordert.»
    Om echte omstandigheden te simuleren, hebben we de service niet in het redactiebureau besteld, maar in een huisadres.
Synoniemen