Pickters

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Pick·ters

Zelfstandig naamwoord

Pickters

  1. onzijdig meervoud van Pickter
    «In sell Buch mit viel Pickters kenne Kinner eppes lanne vum Pennsylvaanisch-Deitsche Grischtdaag.»
    In dit boek met veel foto's kunnen kinderen iets leren van de Pennsylvania-Duitse kerstdag.
Schrijfwijzen