Overleg:stempel

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit WikiWoordenboek

Volgens Nederlands etymologisch woordenboek:

  • By J. de Vries, F. de Tollenaere, Maaike Hogenhout-Mulder

was het in oudnederfrankisch (aka Oudnederlands) al stempel en ja het is verwant aan stampen.

-el- is een intensief / repetitatief achtervoegsel bij veel werkwoorden. Hinken-hinkelen bijvoorbeeld. Ik denk niet dat dat iets met verkleinwoorden te maken heeft. Jcwf 12 aug 2009 02:40 (CEST)[reageer]

  • Allemaal goed en wel, maar we hebben hier niet te maken met een werkwoord. Bij zelfstandige naamwoorden kan -el ook duiden op een verkleinwoord (lijkt me hier inderdaad niet het geval) of op een werktuig (denk maar aan "hamer" [< hamel], "beitel"...). Ik denk dat het laatste hier het geval is. Een mooie uitleg staat ook op Wikipedia. Wikibelgiaan 12 aug 2009 18:15 (CEST)[reageer]
  • Ik stempel, jij stempelt, wij stempelen. Geen werkwoord? Of had het -el- affix ook zijn nut voor werkwoorden en zwijgt wiki daarover? Jcwf 12 aug 2009 18:29 (CEST)[reageer]
    • De vraag die hier speelt is wat er eerst was: het znw of het ww. Als het een znw was zou het in een Fries werkwoord op -je moeten eindigen en gaat het hier om een verkleinwoordsuitgang. --Ooswesthoesbes 13 aug 2009 14:18 (CEST)[reageer]
  • Alleen als dit allemaal vóór de splitsing Ingweoons-niet Ingweoons heeft plaats gevonden, wanneer dat dan ook was. Het probleem is dat we niet zo veel weten over die taalfase... En ik zie nog steeds niet waarom het een verkleinwoord zou betreffen. Ik denk dat op dat punt wiki gelijk heeft.Jcwf 13 aug 2009 15:34 (CEST)[reageer]
    • HLI geeft: "stèmpel [stï~mpɐɫ] znw (m) -ke, -er, -s, -e (lw. nl: stempel) gereidsjap óm mid inke dinger vas tö drókken". Het Limburgs heeft zeer oncreatief van het Nederlands geleend en dus kan ik niets vanuit een Limburgs punt bekijken :) Als het geen leenwoord was, had het niets met een werkwoordachtervoegsel te maken. -el- komt amper voor, hinken en hinkelen is in het Limburgs allebei hinke en van de weinige die ik ken zoals biebele en stèmpele betreft het allemaal leenwoorden, m.u.v. eikele (sukkelig doen) wat van eikel is afgeleid. --Ooswesthoesbes 14 aug 2009 09:17 (CEST)[reageer]
      • Het WNT geeft bij stempelen (I): "In het mnl. niet aangetroffen; mnd., nnd. stempelen; mhd. stempfeln en (uit mnd.) stempeln; nhd. stempeln; fri. stimpelje. Van Stempel (I)." Het werkwoord "stempelen" is dus wel degelijk afgeleid van het zelfstandig naamwoord "stempel" én er bestaat een Friese vorm op -je.
Als we dan gaan kijken bij stempel (I), dan vinden we: "In het mnl. niet aangetroffen; mnd., nnd. stempel; nhd. (uit nnd.) stempel, mhd. stempfel, ohd. stempfil; fri. stimpel. Behoorende bij Stampen; dus eigenlijk zooveel als: stamper, welke beteekenis het woord dan ook in de oudere germ. talen heeft gehad; verg. de bet. 1) alsmede STEMPER [Een in Z.-Nederl. gebruikelijk woord voor: stamper, of: stempel.]." Het gaat hier helemaal niet om een verkleinwoord, maar om een werktuig. Zulke benamingen komen wel vaker voor.
Groetjes, Wikibelgiaan 15 aug 2009 19:26 (CEST)[reageer]
Dus een "beitelklassewoord". Bedankt voor je uitleg :) --Ooswesthoesbes 15 aug 2009 19:36 (CEST)[reageer]

http://nl.wikipedia.org/wiki/Stempel_(plant)