Osloër
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Os·lo·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Osloër | Osloërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Osloër m
- (demoniem) een inwoner van Oslo, of iemand afkomstig uit Oslo
Verwante begrippen
Demoniemen bij Oslo in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Gangbaarheid
- Het woord 'Osloër' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.