Oranjehuis

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: oranjehuisOranje Huis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Oran·je·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Oranjehuis (Oranjehuizen) *
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het Oranjehuiso

  1. adellijk geslacht dat door afstamming van Willem de Zwijger aanspraak kan maken op de titel "Prins van Oranje-Nassau"
     Het opmerkelijke en unieke van de komende troonswisseling is dat Nederland voor het eerst in het tweehonderdjarige bestaan van de Oranjemonarchie een rooms-katholieke koningin krijgt. Een grote kans voor het Oranjehuis, dat zich voor het eerst in eeuwen kan manifesteren als een monarchie voor niet uitsluitend de protestanten, maar ook voor de katholieken, die ruim een derde van de bevolking uitmaken.[1]
     Al wisten de vrouwelijke telgen van beide uitgestorven Oranjehuizen middels wetsveranderingen het koningschap en Hertogdom over te nemen (…).[2]
Opmerkingen
  • Door het ontbreken van mannelijke nakomelingen is de titel enkele malen ook in de vrouwelijke lijn overgegaan; in sommige opvattingen is er daarom sprake van meerdere Oranjehuizen.

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bert van Nieuwenhuizen
    “Brieven & Tweets : Katholieke Máxima, grote kans voor de monarchie” (4 april 2013) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 mei 2021 Weblink bron Gearchiveerde versie “Het Sufipad : Wandelen van Zandvoort-Istanbul : Nassau” op mevlana800.info