Oost-Timorees
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Oost-Ti·mo·rees
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Oost-Timorees | Oost-Timorezen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Oost-Timorees m
- (demoniem) een inwoner van Oost-Timor, of iemand afkomstig uit Oost-Timor
Verwante begrippen
Demoniemen bij Oost-Timor in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Oost-Timorees • inwoonster: Oost-Timorese • bijvoeglijk: Oost-Timorees |
stellend | |
---|---|
onverbogen | Oost-Timorees |
verbogen | Oost-Timorese |
Bijvoeglijk naamwoord
Oost-Timorees
- (demoniem) op Oost-Timor betrekking hebbend
Gangbaarheid
- Het woord 'Oost-Timorees' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.