Oost-Galiciër
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Oost-Ga·li·ci·er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Oost-Galiciër | Oost-Galiciërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Oost-Galiciër m
- (demoniem) een inwoner van Oost-Galicië, of iemand afkomstig uit Oost-Galicië
Verwante begrippen
Demoniemen bij Oost-Galicië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Oost-Galiciër • inwoonster: Oost-Galicische • bijvoeglijk: Oost-Galicisch |
Gangbaarheid
- Het woord 'Oost-Galiciër' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.