Oorlogswinter
Niet te verwarren met: oorlogswinter |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Oorlogswinter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔrlɔxsˌwɪntər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- Oor·logs·win·ter
Woordherkomst en -opbouw
- oorlogswinter zn , geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.L [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Oorlogswinter | - |
verkleinwoord | - | - |
Eigennaam
Oorlogswinter m
- (geschiedenis) (Nederland) laatste winter in de Tweede Wereldoorlog, van 1944-1945, waarin de mensen in het nog bezette West-Nederland veel honger leden
- ▸ In de Oorlogswinter van 1945 raakt Michiel betrokken bij het verzorgen van een Engelse piloot, die met zijn vliegtuig achter zijn huis is neergestort.[2]
Schrijfwijzen
- oorlogswinter (officiële spelling tot 2006)
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord Oorlogswinter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Theatervoorstelling ‘Oorlogswinter’ komt naar de Brabanthallen” (18 januari 2022) op kliknieuwsdenbosch.nl