Ofensetzerinnen
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˈoːfn̩zɛʦəʁɪnn̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˈoːfənzɛʦəʁɪnən/
Woordafbreking
- Ofen·set·ze·rin·nen
Zelfstandig naamwoord
Ofensetzerinnen mv
- nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Ofensetzerin
Ofensetzerinnen mv