Noord-Koreaanse

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Noord-Ko·re·aan·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Noord-Koreaanse Noord-Koreaansen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Noord-Koreaansev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Noord-Korea, of een vrouw afkomstig uit Noord-Korea
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Noord-Koreaanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Noord-Koreaans

Gangbaarheid