Nekker
Uiterlijk
- Nek·ker
enkelvoud | |
---|---|
nominatief | Nekker |
genitief | Nekkers |
Nekker m
- (folklore) waterduivel die zich in Mechelen in de Dijle ophoudt
- ▸ Ik heb in mijn bijdrage in 1994 een hele reeks plaatsnamen met watergeesten opgesomd, m.n. met Nekker.[2]
- Het woord 'Nekker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Nogmaals het minnewater in: Biekorf., jrg. 103 nr. 2 (juni 2003), Westvlaams Archief, Brugge, p. 145