Namibisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Na·mi·bisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Namibisch | Namibischer | |
verbogen | Namibische | Namibischere | |
partitief | Namibisch | Namibischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Namibisch
- (demoniem) op Namibië betrekking hebbend
Verwante begrippen
Demoniemen bij Namibië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Namibiër • inwoonster: Namibische • bijvoeglijk: Namibisch |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Namibisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.