Namibiër
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Na·mi·bi·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Namibiër | Namibiërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Namibiër m
- (demoniem) een inwoner van Namibië, of iemand afkomstig uit Namibië
Verwante begrippen
Demoniemen bij Namibië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Namibiër • inwoonster: Namibische • bijvoeglijk: Namibisch |
Gangbaarheid
- Het woord Namibiër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.