Namenaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Na·me·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Namenaar | Namenaren Namenaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Namenaar m
- (demoniem) een inwoner van Namen, of iemand afkomstig uit Namen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Namen in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Gangbaarheid
- Het woord Namenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.