Monumentendagen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Mo·nu·men·ten·da·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de Monumentendagenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord Monumentendag
      Onze Bestuursleden waren in de gelegenheid, de beide eerste Monumentendagen, te Amsterdam en te ’s-Gravenhage, bij te wonen, op initiatief van onze Vereeniging en een zestal andere belegd.[1]
Opmerkingen
  • Dit woord wordt volgens spellingregel 16.A met een hoofdletter geschreven als het om de naam van concrete evenementen gaat. Het kan ook voorkomen als soortnaam voor een type evenementen en wordt dan met een kleine letter "monumentendagen" geschreven.

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 15 mei 2021 Weblink bron Zesde jaarverslag (5 maart 1929) in: Tweede jaarboek van "De Hollandsche Molen" (1934), Vereeniging tot Behoud van Molens in Nederland, Amsterdam, p. 53