Minuten

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: minuten


Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Mi·nu·ten

Zelfstandig naamwoord

Minuten

  1. meervoud van Minute, v
    «Das geschnittene Gemüse zur Suppe geben und 10 Minuten mitkochen lassen.»
    De gesneden groenten bij de soep doen en 10 minuten mee laten koken.
Uitdrukkingen en gezegden
  • Es ist fünf (Minuten) vor zwölf.
Het is fijf (minuten) voor twaalf.